Appel (bomen) (Malus domestica)
Appelbomen zijn bladdragende fruitbomen die ’s winters het blad verliezen. Appel producerende bomen zoals wij dezen kennen zijn bijna altijd geënte bomen: hierbij kent men laag, middel en hoogstambomen. Deze ent plek dient men boven de grond te houden om een goede plant te houden. Appelbomen worden als productiebomen voor een makkelijke appeloogst vaak “klein” gehouden.
Appels zijn met peren het “bewaarfruit” zodat men (bijna) het hele jaar appels vers kan eten. Verder kunnen appels in gerechten verwerkt worden: appeltaart is natuurlijk daarbij het meest bekende gerecht. Maar er zijn nog veel meer gerechten waar appels voor gebruikt word. Zelfs stamppot appels maakt men ervan – Stamppot Hete Bliksem heet het hier en maakt men hier bij voorkeur met de “Zoete Kroon” maar zo zal elke streek wel een specifiek eigen gerecht met appels hebben. En appels kunnen ook duurzaam verwerkt worden tot appelsap, appelcider en appeljam.
Appelbomen kan men het beste jaarlijks snoeien. Dit kan bij voorkeur rond 1 juli (na 21 juni - de langste dag) daar dan de wonden het beste genezen. Snoei eerst de verticale loten, daarna de kruisende takken en kijk dan wat er verder moet gebeuren. De basis voor een appelboom is circa 5 hoofdtakken. Ook kan nadat het blad is gevallen gesnoeid worden maar over de herfst / winter is het herstel van de wonden veel langzamer en daardoor de plant kwetsbaarder voor schimmels, bacteriën en insecten. Alle takken die onder de ent groeien kan men wegsnoeien. Deze takken komen uit de onderstam en zullen geen appels gaan dragen.
Een appelboom dient bestoven te worden door een andere appelboom binnen 50 meter om appels te kunnen vormen. Zorg altijd voor een geschikte bestuiver of kies voor “zelfbestuivende” rassen.
Bemesten kan prima met gedroogde koemest en compost.
Het verpoten van Appelbomen kan het beste in oktober (voor de winter) zodra het blad gevallen is. Op deze manier kunnen zich de wortels over de winter herstellen en hoeft men de vruchtzetting in het volgende jaar niet te verwijderen. Indien men in het voorjaar Appelbomen verpoot is het verstandig de vruchtzetting te verwijderen.
Diana's mooie moestuin
Appelbomen zijn bladdragende fruitbomen die ’s winters het blad verliezen. Appel producerende bomen zoals wij dezen kennen zijn bijna altijd geënte bomen: hierbij kent men laag, middel en hoogstambomen. Deze ent plek dient men boven de grond te houden om een goede plant te houden. Appelbomen worden als productiebomen voor een makkelijke appeloogst vaak “klein” gehouden.
Appels zijn met peren het “bewaarfruit” zodat men (bijna) het hele jaar appels vers kan eten. Verder kunnen appels in gerechten verwerkt worden: appeltaart is natuurlijk daarbij het meest bekende gerecht. Maar er zijn nog veel meer gerechten waar appels voor gebruikt word. Zelfs stamppot appels maakt men ervan – Stamppot Hete Bliksem heet het hier en maakt men hier bij voorkeur met de “Zoete Kroon” maar zo zal elke streek wel een specifiek eigen gerecht met appels hebben. En appels kunnen ook duurzaam verwerkt worden tot appelsap, appelcider en appeljam.
Appelbomen kan men het beste jaarlijks snoeien. Dit kan bij voorkeur rond 1 juli (na 21 juni - de langste dag) daar dan de wonden het beste genezen. Snoei eerst de verticale loten, daarna de kruisende takken en kijk dan wat er verder moet gebeuren. De basis voor een appelboom is circa 5 hoofdtakken. Ook kan nadat het blad is gevallen gesnoeid worden maar over de herfst / winter is het herstel van de wonden veel langzamer en daardoor de plant kwetsbaarder voor schimmels, bacteriën en insecten. Alle takken die onder de ent groeien kan men wegsnoeien. Deze takken komen uit de onderstam en zullen geen appels gaan dragen.
Een appelboom dient bestoven te worden door een andere appelboom binnen 50 meter om appels te kunnen vormen. Zorg altijd voor een geschikte bestuiver of kies voor “zelfbestuivende” rassen.
Bemesten kan prima met gedroogde koemest en compost.
Het verpoten van Appelbomen kan het beste in oktober (voor de winter) zodra het blad gevallen is. Op deze manier kunnen zich de wortels over de winter herstellen en hoeft men de vruchtzetting in het volgende jaar niet te verwijderen. Indien men in het voorjaar Appelbomen verpoot is het verstandig de vruchtzetting te verwijderen.
Diana's mooie moestuin
Appelbomen - rassen
Daar appels als vers fruit zeer graag gegeten worden en ook verwerkt veel gebruikt worden zijn is er veel met appelbomen “gestoeid” om andere soorten te verkrijgen. Daarbij past men kruisbestuiving toe en hoopt dan “betere” appelbomen te krijgen. Uit de uit zaden ontstane nieuwe generatie worden dan de planten geselecteerd die dan een verbetering lijken zijn te zijn. Om te zorgen dat dan deze eigenschappen blijvend in de volgende generaties komen kan men dus kruisbestuiving niet gebruiken daar dan weer vele nieuwe eigenschappen zouden ontstaan. Om die reden ent men dus appelbomen.
"Elstar" is een zelfbestuivende handappelboom. De boom produceert stevige, roodgele, zoetzuur en zeer aromatisch appels. De appels kunnen ook goed verwerkt worden in salades en in andere gerechten en wordt niet snel bruin bij de verwerking. De pluktijd is oktober tot december en de appel is goed te bewaren.
"Groninger Kroon" is een zelfbestuivende? handappelboom dat rond 1875 gevonden is door de heer Brouwer in Noordbroek en genoemd naar zijn vrouw Jantje Kroon. Als bestuivers zijn Glorie van Holland, Lunterse Pippeling, Present van England, Princesse Noble en Rode Boskoop geschikt,. De boom produceert goede, middelgrote appels met stevig aromatisch vruchtvlees met een zacht zure smaak. Deze appels zijn bijzonder rijk aan vitamine C. Het is een middelgrote boom met kleine piramidale kruinvorm, waarin veel en fijn hout wordt gevormd. De bomen stellen geen bijzondere eisen aan de standplaats: niet te droge grond, zeer geschikt voor zandgrond. De pluktijd is half oktober en de gebruikstijd tot maart.
Notarisappel is een zelfbestuivende sterk groeiende grote brede boom, gedijt op humusrijke goed doorlatende grond in de luwte. Prima hand- en moesappel, die het beste direct na de pluk gebruikt kan worden. Grote lichtzure gele appel, rijk aan vitamine C. Middelvast, sappig, zoet, aromatisch vruchtvlees. Pluktijd 1e helft oktober met de korte bewaartijd.
"Zoete Kroon" is ook zelfbestuivend? en net als de Groninger Kroon uit Noordbroek afkomstig maar geeft een heel andere appel. Deze kleine, goudgele appel met mooie roodgestreepte blosjes smaakt vrij zoet. Het wordt traditioneel gebruikt in het typisch Groninger gerecht “Hete Bliksem“. Niet alleen lekker (ook als klein handappeltje), maar ook heel decoratief. De appel is goed te bewaren. De pluktijd is 2e helft september tot half oktober.
"Sterappel" is een niet zelfbestuivende? middelgrote, donkerrode handappel die na rijping bedekt is met witte “sterretjes”. Als bestuivers zijn Bloemeezoet, Brabant Bellefleur, Court Pendu, Dubbele Bellefleur, Glorie van Holland, Golden Delicious, James Grieve (zelfbestuivend), Zoete Eemgaard en Zoete Oranje geschikt. Ook het klokhuis vormt na het doorsnijden een rode ster. Matig sappig, zoet zurig vruchtvlees. De boom heeft een brede uitgroeiende piramidale kruin, geschikt voor voedzame zandgrond en lichte klei. De vruchten hangen vooral aan de toppen van de takken. Beschutte standplaats. De knal rode appels worden ook gebruikt in winterdecoraties. Plukrijp in oktober, eetrijp tot de kerst.
Benoni, Crowngold, Dubbele Zoete Aagd, Ecolette, Elstar, Fiësta, Gloster, James Grieve, Jan Steen, Jonagold, Jonabel, Jonagored, Jonagold Wilmuta, Karmijn de Sonnaville. King Jonagold, Notarisappel, Red Elstar, Red Elstar “Elshof”, Scarlet Benoni, Stark’s Earliest en Zigeunerin staan bekend als zelfbestuivend.
Onderstaande lijst is een overzicht waarvan mij al gegevens bekend zijn
Akane Word bestoven door onder andere Benoni, Discovery, James Grieve, Lunterse Pippeling & Sweet Caroline
Alkmene
Bramley’s Seedling (In Noord Nederland ook bekend als ‘Sedeling’) Zeer grote, groene moesappel, die als handappel tot begin april bewaard kan worden. Sterk groeiende, grote, breed uitgroeiende boom. Ook geschikt voor slechte gronden. Plantafstand minstens 12 meter. Pluktijd tweede helft oktober.
Schone van Boskoop Ook bekend als Goudreinet. De meest succesvolle Nederlandse, grote fris zure hand, moes- en appeltaartappel. Kleur en smaak van de appel is afhankelijk van de grondsoort en omstandigheden. De forse boom groeit breed uit en bloeit vroeg. Heeft voedselrijke vochtige grond nodig, zowel geschikt voor klei als zand. Pluktijd eind september / half oktober (zodra appel gekleurd is); gebruikstijd tot half maart.
Daar appels als vers fruit zeer graag gegeten worden en ook verwerkt veel gebruikt worden zijn is er veel met appelbomen “gestoeid” om andere soorten te verkrijgen. Daarbij past men kruisbestuiving toe en hoopt dan “betere” appelbomen te krijgen. Uit de uit zaden ontstane nieuwe generatie worden dan de planten geselecteerd die dan een verbetering lijken zijn te zijn. Om te zorgen dat dan deze eigenschappen blijvend in de volgende generaties komen kan men dus kruisbestuiving niet gebruiken daar dan weer vele nieuwe eigenschappen zouden ontstaan. Om die reden ent men dus appelbomen.
"Elstar" is een zelfbestuivende handappelboom. De boom produceert stevige, roodgele, zoetzuur en zeer aromatisch appels. De appels kunnen ook goed verwerkt worden in salades en in andere gerechten en wordt niet snel bruin bij de verwerking. De pluktijd is oktober tot december en de appel is goed te bewaren.
"Groninger Kroon" is een zelfbestuivende? handappelboom dat rond 1875 gevonden is door de heer Brouwer in Noordbroek en genoemd naar zijn vrouw Jantje Kroon. Als bestuivers zijn Glorie van Holland, Lunterse Pippeling, Present van England, Princesse Noble en Rode Boskoop geschikt,. De boom produceert goede, middelgrote appels met stevig aromatisch vruchtvlees met een zacht zure smaak. Deze appels zijn bijzonder rijk aan vitamine C. Het is een middelgrote boom met kleine piramidale kruinvorm, waarin veel en fijn hout wordt gevormd. De bomen stellen geen bijzondere eisen aan de standplaats: niet te droge grond, zeer geschikt voor zandgrond. De pluktijd is half oktober en de gebruikstijd tot maart.
Notarisappel is een zelfbestuivende sterk groeiende grote brede boom, gedijt op humusrijke goed doorlatende grond in de luwte. Prima hand- en moesappel, die het beste direct na de pluk gebruikt kan worden. Grote lichtzure gele appel, rijk aan vitamine C. Middelvast, sappig, zoet, aromatisch vruchtvlees. Pluktijd 1e helft oktober met de korte bewaartijd.
"Zoete Kroon" is ook zelfbestuivend? en net als de Groninger Kroon uit Noordbroek afkomstig maar geeft een heel andere appel. Deze kleine, goudgele appel met mooie roodgestreepte blosjes smaakt vrij zoet. Het wordt traditioneel gebruikt in het typisch Groninger gerecht “Hete Bliksem“. Niet alleen lekker (ook als klein handappeltje), maar ook heel decoratief. De appel is goed te bewaren. De pluktijd is 2e helft september tot half oktober.
"Sterappel" is een niet zelfbestuivende? middelgrote, donkerrode handappel die na rijping bedekt is met witte “sterretjes”. Als bestuivers zijn Bloemeezoet, Brabant Bellefleur, Court Pendu, Dubbele Bellefleur, Glorie van Holland, Golden Delicious, James Grieve (zelfbestuivend), Zoete Eemgaard en Zoete Oranje geschikt. Ook het klokhuis vormt na het doorsnijden een rode ster. Matig sappig, zoet zurig vruchtvlees. De boom heeft een brede uitgroeiende piramidale kruin, geschikt voor voedzame zandgrond en lichte klei. De vruchten hangen vooral aan de toppen van de takken. Beschutte standplaats. De knal rode appels worden ook gebruikt in winterdecoraties. Plukrijp in oktober, eetrijp tot de kerst.
Benoni, Crowngold, Dubbele Zoete Aagd, Ecolette, Elstar, Fiësta, Gloster, James Grieve, Jan Steen, Jonagold, Jonabel, Jonagored, Jonagold Wilmuta, Karmijn de Sonnaville. King Jonagold, Notarisappel, Red Elstar, Red Elstar “Elshof”, Scarlet Benoni, Stark’s Earliest en Zigeunerin staan bekend als zelfbestuivend.
Onderstaande lijst is een overzicht waarvan mij al gegevens bekend zijn
Akane Word bestoven door onder andere Benoni, Discovery, James Grieve, Lunterse Pippeling & Sweet Caroline
Alkmene
Bramley’s Seedling (In Noord Nederland ook bekend als ‘Sedeling’) Zeer grote, groene moesappel, die als handappel tot begin april bewaard kan worden. Sterk groeiende, grote, breed uitgroeiende boom. Ook geschikt voor slechte gronden. Plantafstand minstens 12 meter. Pluktijd tweede helft oktober.
Schone van Boskoop Ook bekend als Goudreinet. De meest succesvolle Nederlandse, grote fris zure hand, moes- en appeltaartappel. Kleur en smaak van de appel is afhankelijk van de grondsoort en omstandigheden. De forse boom groeit breed uit en bloeit vroeg. Heeft voedselrijke vochtige grond nodig, zowel geschikt voor klei als zand. Pluktijd eind september / half oktober (zodra appel gekleurd is); gebruikstijd tot half maart.
APPEL (Malus domestica)
Onderstaande soorten appels zijn reeds aanwezig of zijn gewenst. Diverse appelbomen zijn op het terrein aanwezig maar dit aantal zal zich verder uitbreiden. Gedacht word aan minimaal 2 bomen en een in aangroei zijn de nieuwe boom (reserve/verjonging) per appelsoort. Het grootste deel van de bomen zal als productieboom klein gehouden worden zodat het plukken simpel blijft. Een beperkt aantal bomen zal de gelegenheid krijgen uit te groeien.
Appels is een zwaartepunt bij het kweken van voedsel op het terrein: Het ligt in de bedoeling dat dit het meest geproduceerd word ( er word netto consumptie (a-c) gedacht over meer dan 1000 kg / jaar):
a: als fruit
b: voor appelsap
c: voor cider
d: voor het bijvoeren van dieren (in het kader van de Permacultuur "delen" word een groot deel van de appeloogst gebruikt voor het bijvoeren van dieren over de winter.
Deze appels heb ik reeds staan:
Bramley ’s Seedling (in Noord Nederland ook wel bekend als ‘Sedeling’)
Zeer grote, groene moesappel, die als handappel tot begin april bewaard kan worden. Sterk groeiende, grote, breed uitgroeiende boom. Ook geschikt voor slechte gronden. Plantafstand minstens 12 meter. Pluktijd tweede helft oktober.
Malus domestica "Elstar" (of als nog gewenste variant Malus domestica 'Red Elstar')
Niet voor niets een populaire handappel; stevig, mooi roodgeel gekleurd, zoetzuur en zeer aromatisch. Kan ook goed verwerkt worden in salades en in andere gerechten; wordt niet snel bruin. Pluktijd oktober tot december. Kan goed bewaard worden. Zelfbestuivend.
Zal waarschijnlijk de meest voorkomende appelboom op het terrein gaan worden maar de tijd zal het leren.
Goudreinet (synoniem: ‘Schone van Boskoop’)
Meest succesvolle Nederlandse, grote friszure hand-, moes- en appeltaartappel. Kleur en smaak van de appel is afhankelijk van de grondsoort en omstandigheden. De forse boom groeit breed uit en bloeit vroeg. Heeft voedselrijke vochtige grond nodig, zowel geschikt voor klei als zand.
Pluktijd eind september/half oktober (zodra appel gekleurd is); gebruikstijd tot half maart.
Groninger Kroon
Goede, middelgrote handappel. Stevig aromatisch vruchtvlees met een zacht zure smaak. Bijzonder rijk aan vitamine C. Middelgrote boom met kleine piramidale kruinvorm, waarin veel en fijn hout wordt gevormd. Stelt geen bijzondere eisen aan de standplaats: niet te droge grond, zeer geschikt voor zandgrond. Pluktijd half oktober, gebruikstijd tot maart. Dit Groningse ras is rond 1875 gevonden door de heer Brouwer in Noordbroek en genoemd naar zijn vrouw Jantje Kroon. Zelfbestuivend.
Zoete Kroon
Ook afkomstig uit Noordbroek (zie Groninger Kroon), maar een heel andere appel. Deze kleine, goudgele appel met mooie rood-gestreepte blosjes smaakt vrij zoet. Wordt traditioneel gebruikt in het typisch Groninger gerecht Hete Bliksem. Niet alleen lekker (ook als klein handappeltje), maar ook heel decoratief. Goed te bewaren. Pluktijd 2e helft september tot half oktober. Zelfbestuivend.
Notarisappel
Sterk groeiende grote brede boom, gedijt op humusrijke goed doorlatende grond in de luwte. Prima hand- en moesappel, die het beste direct na de pluk gebruikt kan worden. Grote licht zure gele appel, rijk aan vitamine C. Middel vast, sappig, zoet, aromatisch vruchtvlees. Pluktijd 1e helft oktober, korte bewaartijd. Zelfbestuivend.
Sterappel
Middelgrote, donkerrode handappel die na rijping bedekt is met witte “sterretjes”. Ook het klokhuis vormt na het doorsnijden een rode ster. Matig sappig, zoetzure vruchtvlees. Boom met breed uitgroeiende piramidale kruin, geschikt voor voedzame zandgrond en lichte klei. De vruchten hangen vooral aan de toppen van de takken. Beschutte standplaats. We gebruiken ze knal rode appels ook in winterdecoraties. Plukrijp in oktober, eet rijp tot de kerst.
Appels die extra aangeplant kunnen worden (stekken gewenst!)Malus domestica 'Belle-Fleur Larche Mouche'
Malus domestica 'Brabant Bellefleur'
Malus domestica 'Cox's Orange Pippin'
Malus domestica 'Golden Delicious' (Ik meen dat hiervan 1 plant staat, niet alle etikketen hebben de afgelopen jaren overleefd, mijn favoriet)
Malus domestica 'Granny Smith'
Malus domestica 'James Grieve'
Malus domestica 'Jonagold' - Één of meer Jonagold of een direct verwant ras mag zeker niet op het Medume missen.
Malus domestica 'King Jonagold'
Een appelboom moet bestoven worden door een andere appelboom binnen 50 meter.
Zeer geschikte bestuivers zijn Malus ‘Alkmene’ en ‘Golden Delicious’. (zowel de Alkmene als de Golden Delicious zijn al aanwezig) De Males Liset dient als bestuiver voor alle appelrassen en zal wel als 3e bestuiver toegevoegd gaan worden maar dit is dus een sierappel.
Algemene snoei tip appelbomen: verticale loten geheel wegnemen, snoeien in winter of rond 1 juli.
Appelbomen houden van een voedzame en niet te vochtige bodem. Ze hebben een hekel aan drassigheid.
De appelboom in diepe niet koude of natte grond planten.
De grond moet kalkhoudend zijn. Doe in elk geval eerst een paar kalkstenen in het plantgat waardoor de boom tevens stormvast komt te staan. Het pH gehalte moet ongeveer 7 of 8 zijn.
De appel voldoet het best in de nabijheid van een bos of bomenrijk gebied. Daar is de beste beschutting voor de appel welke deze hardnodig heeft.
Geef elk jaar een ruime kompostgift op de boomspiegel, dus nooit tussen de wortels graven.
Dek hierna de boomspiegel af met afgemaaid gras of kort stro.
De entplaats moet 10 cm boven de grond blijven.
Het sterkst zijn de hoogstamsoorten.
De boomspiegel wel vrij van gras houden.
Zet tegen woelratten narcissen zo dicht mogelijk bij de stam.
Snoeien s'winters bij vorstvrij weer. Dit snoeien moet piramidevormig.
Appelboom stekken: Snij in februari, met een scherp mes, gezonde, eenjarige twijgen van een appelboom af en zorg ervoor dat er ook wat ouder hout aan "het stekje" vastzit. Stop het stekje ongeveer 10 cm in de grond. Alle knoppen, behalve de twee of vier bovenste, van de twijg afhalen. De jeugdige appelboompjes, die nu ontstaan, kunt u aan het eind van de volgende zomer al verplaatsen. Ook de uitlopers van de wortels van een appelboom kunt u gebruiken om te stekken, en de afleggers: dat zijn de takken van de boom, laag aan de stam, die over de grond kruipen. In de herfst kunt u zo'n aflegger- nadat u er een sneetje in heeft gemaakt, waar u een steentje in stopt, zodat de wond openblijft- in een kuiltje in de grond begraven. Kuiltje vullen met stekaarde die u bij de boomkweker haalt. Een paar jaar later in de herfst is de aflegger een nieuw boompje geworden dat u van de moederplant kunt scheiden.
Wortels afsteken bevordert de wortelgroei bij bomen.
Takken uitbuigen van jonge vruchtbomen. Daar groeien de beste vruchten aan (horizontaal).
Appels is een zwaartepunt bij het kweken van voedsel op het terrein: Het ligt in de bedoeling dat dit het meest geproduceerd word ( er word netto consumptie (a-c) gedacht over meer dan 1000 kg / jaar):
a: als fruit
b: voor appelsap
c: voor cider
d: voor het bijvoeren van dieren (in het kader van de Permacultuur "delen" word een groot deel van de appeloogst gebruikt voor het bijvoeren van dieren over de winter.
Deze appels heb ik reeds staan:
Bramley ’s Seedling (in Noord Nederland ook wel bekend als ‘Sedeling’)
Zeer grote, groene moesappel, die als handappel tot begin april bewaard kan worden. Sterk groeiende, grote, breed uitgroeiende boom. Ook geschikt voor slechte gronden. Plantafstand minstens 12 meter. Pluktijd tweede helft oktober.
Malus domestica "Elstar" (of als nog gewenste variant Malus domestica 'Red Elstar')
Niet voor niets een populaire handappel; stevig, mooi roodgeel gekleurd, zoetzuur en zeer aromatisch. Kan ook goed verwerkt worden in salades en in andere gerechten; wordt niet snel bruin. Pluktijd oktober tot december. Kan goed bewaard worden. Zelfbestuivend.
Zal waarschijnlijk de meest voorkomende appelboom op het terrein gaan worden maar de tijd zal het leren.
Goudreinet (synoniem: ‘Schone van Boskoop’)
Meest succesvolle Nederlandse, grote friszure hand-, moes- en appeltaartappel. Kleur en smaak van de appel is afhankelijk van de grondsoort en omstandigheden. De forse boom groeit breed uit en bloeit vroeg. Heeft voedselrijke vochtige grond nodig, zowel geschikt voor klei als zand.
Pluktijd eind september/half oktober (zodra appel gekleurd is); gebruikstijd tot half maart.
Groninger Kroon
Goede, middelgrote handappel. Stevig aromatisch vruchtvlees met een zacht zure smaak. Bijzonder rijk aan vitamine C. Middelgrote boom met kleine piramidale kruinvorm, waarin veel en fijn hout wordt gevormd. Stelt geen bijzondere eisen aan de standplaats: niet te droge grond, zeer geschikt voor zandgrond. Pluktijd half oktober, gebruikstijd tot maart. Dit Groningse ras is rond 1875 gevonden door de heer Brouwer in Noordbroek en genoemd naar zijn vrouw Jantje Kroon. Zelfbestuivend.
Zoete Kroon
Ook afkomstig uit Noordbroek (zie Groninger Kroon), maar een heel andere appel. Deze kleine, goudgele appel met mooie rood-gestreepte blosjes smaakt vrij zoet. Wordt traditioneel gebruikt in het typisch Groninger gerecht Hete Bliksem. Niet alleen lekker (ook als klein handappeltje), maar ook heel decoratief. Goed te bewaren. Pluktijd 2e helft september tot half oktober. Zelfbestuivend.
Notarisappel
Sterk groeiende grote brede boom, gedijt op humusrijke goed doorlatende grond in de luwte. Prima hand- en moesappel, die het beste direct na de pluk gebruikt kan worden. Grote licht zure gele appel, rijk aan vitamine C. Middel vast, sappig, zoet, aromatisch vruchtvlees. Pluktijd 1e helft oktober, korte bewaartijd. Zelfbestuivend.
Sterappel
Middelgrote, donkerrode handappel die na rijping bedekt is met witte “sterretjes”. Ook het klokhuis vormt na het doorsnijden een rode ster. Matig sappig, zoetzure vruchtvlees. Boom met breed uitgroeiende piramidale kruin, geschikt voor voedzame zandgrond en lichte klei. De vruchten hangen vooral aan de toppen van de takken. Beschutte standplaats. We gebruiken ze knal rode appels ook in winterdecoraties. Plukrijp in oktober, eet rijp tot de kerst.
Appels die extra aangeplant kunnen worden (stekken gewenst!)Malus domestica 'Belle-Fleur Larche Mouche'
Malus domestica 'Brabant Bellefleur'
Malus domestica 'Cox's Orange Pippin'
Malus domestica 'Golden Delicious' (Ik meen dat hiervan 1 plant staat, niet alle etikketen hebben de afgelopen jaren overleefd, mijn favoriet)
Malus domestica 'Granny Smith'
Malus domestica 'James Grieve'
Malus domestica 'Jonagold' - Één of meer Jonagold of een direct verwant ras mag zeker niet op het Medume missen.
Malus domestica 'King Jonagold'
Een appelboom moet bestoven worden door een andere appelboom binnen 50 meter.
Zeer geschikte bestuivers zijn Malus ‘Alkmene’ en ‘Golden Delicious’. (zowel de Alkmene als de Golden Delicious zijn al aanwezig) De Males Liset dient als bestuiver voor alle appelrassen en zal wel als 3e bestuiver toegevoegd gaan worden maar dit is dus een sierappel.
Algemene snoei tip appelbomen: verticale loten geheel wegnemen, snoeien in winter of rond 1 juli.
Appelbomen houden van een voedzame en niet te vochtige bodem. Ze hebben een hekel aan drassigheid.
De appelboom in diepe niet koude of natte grond planten.
De grond moet kalkhoudend zijn. Doe in elk geval eerst een paar kalkstenen in het plantgat waardoor de boom tevens stormvast komt te staan. Het pH gehalte moet ongeveer 7 of 8 zijn.
De appel voldoet het best in de nabijheid van een bos of bomenrijk gebied. Daar is de beste beschutting voor de appel welke deze hardnodig heeft.
Geef elk jaar een ruime kompostgift op de boomspiegel, dus nooit tussen de wortels graven.
Dek hierna de boomspiegel af met afgemaaid gras of kort stro.
De entplaats moet 10 cm boven de grond blijven.
Het sterkst zijn de hoogstamsoorten.
De boomspiegel wel vrij van gras houden.
Zet tegen woelratten narcissen zo dicht mogelijk bij de stam.
Snoeien s'winters bij vorstvrij weer. Dit snoeien moet piramidevormig.
Appelboom stekken: Snij in februari, met een scherp mes, gezonde, eenjarige twijgen van een appelboom af en zorg ervoor dat er ook wat ouder hout aan "het stekje" vastzit. Stop het stekje ongeveer 10 cm in de grond. Alle knoppen, behalve de twee of vier bovenste, van de twijg afhalen. De jeugdige appelboompjes, die nu ontstaan, kunt u aan het eind van de volgende zomer al verplaatsen. Ook de uitlopers van de wortels van een appelboom kunt u gebruiken om te stekken, en de afleggers: dat zijn de takken van de boom, laag aan de stam, die over de grond kruipen. In de herfst kunt u zo'n aflegger- nadat u er een sneetje in heeft gemaakt, waar u een steentje in stopt, zodat de wond openblijft- in een kuiltje in de grond begraven. Kuiltje vullen met stekaarde die u bij de boomkweker haalt. Een paar jaar later in de herfst is de aflegger een nieuw boompje geworden dat u van de moederplant kunt scheiden.
Wortels afsteken bevordert de wortelgroei bij bomen.
Takken uitbuigen van jonge vruchtbomen. Daar groeien de beste vruchten aan (horizontaal).
Appel - snoeien
Door jaarlijks de appelbomen te snoeien krijg je vruchten van een goede kwaliteit. De gezondheid van de boom en vruchten blijft beter en de levensduur wordt langer.
Appelbomen jonger dan 3 jaar kunnen beter in maart gelijk na de nachtvorst gesnoeid worden. Oudere bomen kunnen in de winter bij droog en vorstvrij weer gesnoeid worden. Nachtvorst nadien is voor de snoei bij oudere bomen niet of nauwelijks een probleem.
We te snoeien zijn: wildopslag van de onderstam, te laag staande takken, buikhout, verticaal groeiend rug hout en concurrenten. De stam en hart tak moeten meestal enkelvoudig omhoog groeien. Te ver groeiend vruchthout aan de gestel takken of vruchttakken wordt meestal ingekort tot op korte takjes.
Bladknoppen zijn spits en smal. Bloemknoppen zijn dik (rond) en komen vooral aan kort vruchthout (Takjes van 1 tot 20 cm lang).
Afhangend vruchthout wordt teruggesnoeid tot op een horizontale korte twijg.
De groei verbeteren bij te zwak groeiende gestel takken of vruchttakken kan door een aantal bloemknoppen te verwijderen en door de verlenging iets in te snoeien (Tot op bladknoppen).
De groei verzwakt bij een te sterk groeiende tak kan door zoveel mogelijk bloemknoppen te bewaren en door de tak horizontaal uit te buigen.
Een goed gesnoeide appelboom heeft na de snoei een piramidale vorm. Een geënte fruitboom is te herkennen aan de ent knobbel of paarde knie onderaan. Dit gezwel aan de stam onderaan moet steeds boven de grond zitten.
Snoeihout kan in het najaar (als er geen blad meer aan zit) gebruikt worden voor stekken en men kan ook (opstaand hout) marcotteren. Wildopslag bij de stam is te gebruiken voor nieuwe onderstammen.
Appelbomen jonger dan 3 jaar kunnen beter in maart gelijk na de nachtvorst gesnoeid worden. Oudere bomen kunnen in de winter bij droog en vorstvrij weer gesnoeid worden. Nachtvorst nadien is voor de snoei bij oudere bomen niet of nauwelijks een probleem.
We te snoeien zijn: wildopslag van de onderstam, te laag staande takken, buikhout, verticaal groeiend rug hout en concurrenten. De stam en hart tak moeten meestal enkelvoudig omhoog groeien. Te ver groeiend vruchthout aan de gestel takken of vruchttakken wordt meestal ingekort tot op korte takjes.
Bladknoppen zijn spits en smal. Bloemknoppen zijn dik (rond) en komen vooral aan kort vruchthout (Takjes van 1 tot 20 cm lang).
Afhangend vruchthout wordt teruggesnoeid tot op een horizontale korte twijg.
De groei verbeteren bij te zwak groeiende gestel takken of vruchttakken kan door een aantal bloemknoppen te verwijderen en door de verlenging iets in te snoeien (Tot op bladknoppen).
De groei verzwakt bij een te sterk groeiende tak kan door zoveel mogelijk bloemknoppen te bewaren en door de tak horizontaal uit te buigen.
Een goed gesnoeide appelboom heeft na de snoei een piramidale vorm. Een geënte fruitboom is te herkennen aan de ent knobbel of paarde knie onderaan. Dit gezwel aan de stam onderaan moet steeds boven de grond zitten.
Snoeihout kan in het najaar (als er geen blad meer aan zit) gebruikt worden voor stekken en men kan ook (opstaand hout) marcotteren. Wildopslag bij de stam is te gebruiken voor nieuwe onderstammen.
Marcotteren - luchtafleggers
Bij het stekken brengen we de stek naar de grond, bij marcotteren brengen we de grond of mos naar de stek. In bomen en struiken zitten vaak prachtige staande dikkere takken (onder andere "concurrenten") die men kan marcotteren. Marcotteren is net als afleggen van een bestaande plant een deel verwijderen, nadat er wortels zijn gevormd. Het voordeel is dat je ook oudere takken kunt vermeerderen. De jonge boom/struik heeft eigenlijk de leeftijd van de gekozen tak dat ertoe leidt dat deze boom bv. snel in bloei kan komen en de plant heeft alle eigenschappen van de moederplant. (voor zover de plant niet geënt was). Ook kunnen bomen waarvan de wortelaanzet slecht is, dankzij marcotteren vermeerderd worden.
De bast van de moederboom gaat op de beschadigde plaats wortels maken. Na enige tijd kan dan de "luchtaflegger" van de moederboom genomen worden en een eigen leven leiden met nieuwe wortels.
Er ontstaat dan op de plek van het marcotteren een ring van wortels waardoor er later een mooie wortelvoet ontstaat. De beste tijd van marcotteren is het voorjaar, meestal is dan in de herfst de beworteling voldoende.
Op een goed gekozen plek word een deel van de bast als ring weggenomen van een tak om zo de beworteling op gang te krijgen waar de wortels moeten. De breedte van de ring is minimaal gelijk aan de dikte van de tak. Nadat de bast verwijderd is, omklem je de wond met een bol vochtig gemaakt (veen)mos (sfagnum). Vervolgens bedek je het mos met plastic folie en bind het plastic aan de boven- en onderzijde dicht. Ook kun je een bloempot opensnijden en rondom de tak bevestigen en de pot opvullen met mos en aarde. Vervolgens de pot met plastic omkleden, zodat het niet uitdroogt. Zodra er wortels uitgroeien, kun je het geheel voorzichtig verwijderen en de tak onder de beworteling afzagen. Door de wond in te smeren met stekpoeder kan bij sommige soorten de beworteling worden bevorderd (moet nog bekijken of dit wel "duurzaam" / "permacultuur" is) Controleer regelmatig of de veenmos nog vochtig is. De meest gemaakte fout is het mengsel rond de wonde té nat te houden. Maar men moet wel uitdroging voorkomen.
In plaats van een (gedeeltelijke) ring insnijding te maken, kun je ook twee (koper?) draden om de stam aanbrengen. De afstand tussen de twee draden is minimaal de tak dikte. Draai de draden goed strak aan .
mijn eigen invulling van marcotteren:
Na diverse sites te bekeken hebben wil ik ook gaan marcotteren. Takken die dus te dik zijn voor stekken, staande takken die meestal snel groeien en planten die anders moeilijk te verkrijgen zijn zijn het eerste doel. Ook moet er dus met de snoei voortaan rekening gehouden dat takken eventueel geschikt zijn voor marcotteren. Zodra de tak goed in het blad zit (loofhout) wordt circa de helft van de tak ontdaan van de bast eventueel in meerdere gedeeltes. Hierom word dan veenmos gewikkeld. Onder deze plek word doorzichtig plasticfolie gewikkeld en deze folie wordt zodanig vastgezet dat overtollig water kan weglopen op de plek waar in de toekomst de tak wordt gesnoeid/afgezaagd zodra de wortels voldoende aanwezig zijn. Dan wordt 1 en ander gevuld met grond. Daarna word de folie ook boven het geheel vast gewikkeld maar zodanig dat regenwater dat via de stam naar beneden loopt IN de folie stroomt er de folie ook als trechter fungeert voor "water geven". De zuidzijde bij voorkeur met een zwarte plastic afdekken, door de zwarte zijde aan de zonkant zal zich 1 en ander sneller ontwikkelen. De noordzijde een stukje doorzichtig houden, via deze doorzichtige plek kan in het najaar bekeken worden of de plek wortelgroei heeft en kan ook de vochtigheid gecontroleerd worden.
Ook kunnen plastic flessen worden gebruikt die een hals hebben die geschikt is voor de desbetreffende tak en moeten zodanig voorbewerkt worden dat ze simpel zijn te verwijderen zodra de plant wordt los geknipt. Ik zie marcotteren als een optie om sneller grotere planten te hebben dan bij stekken daar men dikkere takken kan gebruiken en je kan dus in de zomer stekken.
De bast van de moederboom gaat op de beschadigde plaats wortels maken. Na enige tijd kan dan de "luchtaflegger" van de moederboom genomen worden en een eigen leven leiden met nieuwe wortels.
Er ontstaat dan op de plek van het marcotteren een ring van wortels waardoor er later een mooie wortelvoet ontstaat. De beste tijd van marcotteren is het voorjaar, meestal is dan in de herfst de beworteling voldoende.
Op een goed gekozen plek word een deel van de bast als ring weggenomen van een tak om zo de beworteling op gang te krijgen waar de wortels moeten. De breedte van de ring is minimaal gelijk aan de dikte van de tak. Nadat de bast verwijderd is, omklem je de wond met een bol vochtig gemaakt (veen)mos (sfagnum). Vervolgens bedek je het mos met plastic folie en bind het plastic aan de boven- en onderzijde dicht. Ook kun je een bloempot opensnijden en rondom de tak bevestigen en de pot opvullen met mos en aarde. Vervolgens de pot met plastic omkleden, zodat het niet uitdroogt. Zodra er wortels uitgroeien, kun je het geheel voorzichtig verwijderen en de tak onder de beworteling afzagen. Door de wond in te smeren met stekpoeder kan bij sommige soorten de beworteling worden bevorderd (moet nog bekijken of dit wel "duurzaam" / "permacultuur" is) Controleer regelmatig of de veenmos nog vochtig is. De meest gemaakte fout is het mengsel rond de wonde té nat te houden. Maar men moet wel uitdroging voorkomen.
In plaats van een (gedeeltelijke) ring insnijding te maken, kun je ook twee (koper?) draden om de stam aanbrengen. De afstand tussen de twee draden is minimaal de tak dikte. Draai de draden goed strak aan .
mijn eigen invulling van marcotteren:
Na diverse sites te bekeken hebben wil ik ook gaan marcotteren. Takken die dus te dik zijn voor stekken, staande takken die meestal snel groeien en planten die anders moeilijk te verkrijgen zijn zijn het eerste doel. Ook moet er dus met de snoei voortaan rekening gehouden dat takken eventueel geschikt zijn voor marcotteren. Zodra de tak goed in het blad zit (loofhout) wordt circa de helft van de tak ontdaan van de bast eventueel in meerdere gedeeltes. Hierom word dan veenmos gewikkeld. Onder deze plek word doorzichtig plasticfolie gewikkeld en deze folie wordt zodanig vastgezet dat overtollig water kan weglopen op de plek waar in de toekomst de tak wordt gesnoeid/afgezaagd zodra de wortels voldoende aanwezig zijn. Dan wordt 1 en ander gevuld met grond. Daarna word de folie ook boven het geheel vast gewikkeld maar zodanig dat regenwater dat via de stam naar beneden loopt IN de folie stroomt er de folie ook als trechter fungeert voor "water geven". De zuidzijde bij voorkeur met een zwarte plastic afdekken, door de zwarte zijde aan de zonkant zal zich 1 en ander sneller ontwikkelen. De noordzijde een stukje doorzichtig houden, via deze doorzichtige plek kan in het najaar bekeken worden of de plek wortelgroei heeft en kan ook de vochtigheid gecontroleerd worden.
Ook kunnen plastic flessen worden gebruikt die een hals hebben die geschikt is voor de desbetreffende tak en moeten zodanig voorbewerkt worden dat ze simpel zijn te verwijderen zodra de plant wordt los geknipt. Ik zie marcotteren als een optie om sneller grotere planten te hebben dan bij stekken daar men dikkere takken kan gebruiken en je kan dus in de zomer stekken.
Medume Blog
Algemeen
Appels zijn net als peren een makkelijke te kweken en te bewaren fruit en om die reden zal een groot deel van de toekomstige bomen appelbomen worden. Er zijn zeer veel appelsoorten maar de keuze van appels voor het Medume terrein is maar beperkt: dit is deels dat er duidelijk appels zijn die geschikter zijn voor de voorhanden zijn de grond en deels omdat bepaalde appels meer opbrengst hebben, een beter smaak hebben, bij voorkeur zelfbestuivend zijn en goed bewaarbaar zijn. Ook de voorliefde van Biodiversiteit binnen de Permacultuur is een reden om voor meerdere rassen te kiezen.
Bij de oogst van de appels zal gesorteerd worden in 1e, 2e en 3e klasse waarbij de 3e klasse (gedeeltelijke rot of beschadigingen) gelijk verwerkt en/of gevoederd zal worden. De 1e soort (op het oog zien ze er goed uit) zal als handappel in de opslag gaan. De 2e soort (goede appels die wat minder smakelijk ogen) zal voor verwerking en/of diervoeder in opslag gaan. Verder zal de voorraad regelmatig gecontroleerd dienen te worden, hiervan zal de uitval ook weer gelijk verwerkt worden en/of gevoederd worden. Tijdens de vorstdagen in de winter zal structureel gevoederd worden op een aantal speciale voederplekken op het Medume terrein.
Van de geplante appelboomrassen zal in de toekomst minstens 1 kunnen uitgroeien om als stamvader voor nieuwe planten te kunnen dienen en een 2e kleinere aanwezig zijn. In eigen beheer zullen ook onderstammen worden gekweekt en nieuwe bomen worden geënt om op die manier ook minimaal een 3e jonge boom te hebben als opvolger indien nodig.
Planning
Op elk veld komen minimaal 2 Appelbomen te staan en op het hele terrein zal dit aantal zeker 16 worden.
2014: Op Veld 3 zal een productie rij van 18 fruitbomen gepoot worden: deze rij zal mede uit 8 appelbomen gaan bestaan. Hierbij is aanschaf van goedkope aanplant zoals bij de Aldi / Lidl zeer interessant. Wellicht is Phillips in Papenburg met planten voor 4 euro ook een optie.
Historie
2013: Er is circa 30 liter aan appels geoogst: het slechtere deel is gelijk aan de dieren gevoerd en ongeveer de helft is mee naar huis genomen. Hiervan heb ik voor een deel appelmoes gemaakt en een deel voor appel carrés gebruikt. Van Lidl zijn 3 appelbomen in Veld 4 gepoot, Het is niet bekend wat het voor type appel is. (bekend is wel dat het de courante types zijn maar welke het exact zijn zal pas bekend zijn zodra de bomen vrucht dragen. Volgens de afbeelding zou het “Elstar“ zijn maar daarover is geen zekerheid.
In 2012 Er is ca 10 liter aan appels geoogst die aan de dieren zijn gevoerd. Een paar handappels heb ik zelf genuttigd maar de opbrengst was van slechte kwaliteit: veel slechte plekken.
In 2011 Er is wat los fruit geoogst: maar de kwaliteit was slecht.. Bij Aldi zijn een aantal appelbomen gekocht maar op de kaartjes was geen soort vermeld en een deel van deze appelbomen is dood gegaan.
2010: Van de Alkmene & Golden Delicious is voor op het terrein (Veld 1 / Veld 2) elk 1 boom gepoot die gekocht waren bij Foltz uit Meeden. Deze appelbomen zijn als algemene basis voor de bestuiving gepoot volgens de informatie die ik toen had maar nu niet meer als richtlijn gebruik: de richtlijn is nu: de bestuiving per ras uitzoeken of zelfbestuivers kopen. Verder zijn er toen ook een Bramley, een Elstar en een Schone van Boskoop (Goudreinet) aangeplant in. Maar de kaartjes aan de bomen zijn inmiddels weg: de tand de tijd (waarschijnlijk voornamelijk zon) hebben de kunststof kaartjes al doen vergaan..
Verder staat er ook waarschijnlijk ook een Notarisappel op het terrein die ook in 2010 is gepoot
Algemeen
Appels zijn net als peren een makkelijke te kweken en te bewaren fruit en om die reden zal een groot deel van de toekomstige bomen appelbomen worden. Er zijn zeer veel appelsoorten maar de keuze van appels voor het Medume terrein is maar beperkt: dit is deels dat er duidelijk appels zijn die geschikter zijn voor de voorhanden zijn de grond en deels omdat bepaalde appels meer opbrengst hebben, een beter smaak hebben, bij voorkeur zelfbestuivend zijn en goed bewaarbaar zijn. Ook de voorliefde van Biodiversiteit binnen de Permacultuur is een reden om voor meerdere rassen te kiezen.
Bij de oogst van de appels zal gesorteerd worden in 1e, 2e en 3e klasse waarbij de 3e klasse (gedeeltelijke rot of beschadigingen) gelijk verwerkt en/of gevoederd zal worden. De 1e soort (op het oog zien ze er goed uit) zal als handappel in de opslag gaan. De 2e soort (goede appels die wat minder smakelijk ogen) zal voor verwerking en/of diervoeder in opslag gaan. Verder zal de voorraad regelmatig gecontroleerd dienen te worden, hiervan zal de uitval ook weer gelijk verwerkt worden en/of gevoederd worden. Tijdens de vorstdagen in de winter zal structureel gevoederd worden op een aantal speciale voederplekken op het Medume terrein.
Van de geplante appelboomrassen zal in de toekomst minstens 1 kunnen uitgroeien om als stamvader voor nieuwe planten te kunnen dienen en een 2e kleinere aanwezig zijn. In eigen beheer zullen ook onderstammen worden gekweekt en nieuwe bomen worden geënt om op die manier ook minimaal een 3e jonge boom te hebben als opvolger indien nodig.
Planning
Op elk veld komen minimaal 2 Appelbomen te staan en op het hele terrein zal dit aantal zeker 16 worden.
2014: Op Veld 3 zal een productie rij van 18 fruitbomen gepoot worden: deze rij zal mede uit 8 appelbomen gaan bestaan. Hierbij is aanschaf van goedkope aanplant zoals bij de Aldi / Lidl zeer interessant. Wellicht is Phillips in Papenburg met planten voor 4 euro ook een optie.
Historie
2013: Er is circa 30 liter aan appels geoogst: het slechtere deel is gelijk aan de dieren gevoerd en ongeveer de helft is mee naar huis genomen. Hiervan heb ik voor een deel appelmoes gemaakt en een deel voor appel carrés gebruikt. Van Lidl zijn 3 appelbomen in Veld 4 gepoot, Het is niet bekend wat het voor type appel is. (bekend is wel dat het de courante types zijn maar welke het exact zijn zal pas bekend zijn zodra de bomen vrucht dragen. Volgens de afbeelding zou het “Elstar“ zijn maar daarover is geen zekerheid.
In 2012 Er is ca 10 liter aan appels geoogst die aan de dieren zijn gevoerd. Een paar handappels heb ik zelf genuttigd maar de opbrengst was van slechte kwaliteit: veel slechte plekken.
In 2011 Er is wat los fruit geoogst: maar de kwaliteit was slecht.. Bij Aldi zijn een aantal appelbomen gekocht maar op de kaartjes was geen soort vermeld en een deel van deze appelbomen is dood gegaan.
2010: Van de Alkmene & Golden Delicious is voor op het terrein (Veld 1 / Veld 2) elk 1 boom gepoot die gekocht waren bij Foltz uit Meeden. Deze appelbomen zijn als algemene basis voor de bestuiving gepoot volgens de informatie die ik toen had maar nu niet meer als richtlijn gebruik: de richtlijn is nu: de bestuiving per ras uitzoeken of zelfbestuivers kopen. Verder zijn er toen ook een Bramley, een Elstar en een Schone van Boskoop (Goudreinet) aangeplant in. Maar de kaartjes aan de bomen zijn inmiddels weg: de tand de tijd (waarschijnlijk voornamelijk zon) hebben de kunststof kaartjes al doen vergaan..
Verder staat er ook waarschijnlijk ook een Notarisappel op het terrein die ook in 2010 is gepoot